Aandoeningen I Blaas I Blaaskanker I Behandelingen
TUR blaas
(transurethrale resectie van de blaas)​
​
Naar aanleiding van plasklachten, bloed in de urine of een radiologisch onderzoek kan het vermoeden van een blaastumor bestaan. Door middel van een cystoscopie (camera-onderzoek van de blaas) kan dit bevestigd worden. Voor een correcte diagnose en behandeling dient het gezwel operatief verwijderd te worden met een TUR blaas.
Hierbij wordt u onder volledige verdoving gebracht of gebeurt een ruggenprik. Via een buisje in de plasbuis (endoscopie) worden een camera en elektrisch lusje in de blaas gebracht. Het gezwel wordt uit de wand van de blaas geschraapt en opgestuurd voor verder onderzoek. De patholoog zal microscopisch nakijken om welk type weefsel het gaat en hoe diep de poliep in de wand geworteld zit. Na de operatie blijft een blaassonde gedurende één of enkele dagen aanwezig, zodat de blaas met water kan gespoeld worden. Als u na het verwijderen van de sonde goed kan plassen kan u het ziekenhuis verlaten.
Enkele dagen nadien komt u terug op de raadpleging om het resultaat van het microscopisch onderzoek te bespreken. Afhankelijk hiervan wordt de verdere opvolging of behandeling gepland.