Aandoeningen I Geslachtsorganen I Teelballen I Behandelingen

Orchidopexie

 

Bij een niet-ingedaalde teelbal zit de teelbal niet in de balzak. Dit wordt gezien bij 1 à 4 % van de jongens bij de geboorte.

 

Tijdens de embryonale ontwikkeling daalt de teelbal van hoog in de buik tot in de balzak. Soms loopt er iets fout en daalt de teelbal niet ver genoeg of komt hij op de verkeerde plaats (te schuin in de lies). Tijdens de eerste 6 maanden kan de teelbal nog indalen. Wanneer dit niet gebeurt, wordt voor de eerste verjaardag een operatie (‘orchidopexie’) voorgesteld.

​

Het is belangrijk dat de teelbal tijdig in de balzak komt om later optimaal te kunnen functioneren (zaadproductie en aanmaak van het mannelijk hormoon, testosteron). Ondanks een operatie op jonge leeftijd kan de functie van de teelbal gestoord zijn en is er een licht verhoogde kans op een kwaadaardige ontwikkeling. We raden dan ook aan om vanaf de puberteit  op regelmatige tijdstippen een zelfonderzoek te verrichten. 

 

Zit de teelbal meestal in de balzak maar schiet hij bijvoorbeeld bij aanraken of koude terug in de lies, dan gaat het om een retractiele teelbal. Een retractiele testis hoeft niet behandeld te worden.

 

Bij een operatie, een ‘orchidopexie’ wordt een kleine insnede gemaakt ter hoogte van de lies. De teelbal wordt opgezocht, helemaal vrijgemaakt en de vezels die ervoor zorgen dat de teelbal te hoog blijft zitten worden doorgenomen. Via een kleine insnede ter hoogte van de balzak wordt een kleine ruimte gemaakt waar de teelbal uiteindelijk in blijft zitten. De beide wondjes worden met zelfoplosbare draadjes gesloten.

 

Uitzonderlijk moet er via een kijkoperatie (laparoscopie) in de buik gezocht worden naar de teelbal.